Bijkomende info |  | Bovenstaande waarden komen overeen met het % van de normale plasma-activiteit.
Minimale waarde voor hemostase: 10-15%
Minimale waarde voor heelkunde: 20-40% |
Bron humane referentiewaarden |  | UZ Leuven |
Controle grenzen voor resultaten |  | |
Doorbelwaarde |  | |
Weergave resultaat |  | |
Omrekeningsfactor |  | |
Prijs |  | |
Opmerking |  | Diagnoseregel 18: Individuele factoren van de extrinsieke weg (factoren II, V, VII en X) worden slechts gedoseerd indien de PT kleiner is dan 70%. |
Wetenschappelijke betekenis |  | Protrombine of stollingsfactor II is de precursor van trombine en speelt een voorname rol in de hemostatische balans tussen 'stollen' en 'antistollen'. Protrombine deficiëntie is een zeldzame bloedingsziekte met een milde tot matige bloedingsneiging bij homozygoten. Symptomen bestaan dan uit ecchymoses, epistaxis, weke weefsel bloedingen, uitgebreide post-operatieve bloeding en/of menorrhagie. APTT en PT zijn verlengd (met verhoogde INR). Verworven protrombine deficiëntie komt meer voor dan de congenitale vorm en is veroorzaakt door vitamine K deficiëntie, leveraandoeningen of coumarinetherapie. Patiënten met een lupus anticoagulans kunnen lage protrombine waarden hebben ten gevolge van een protrombine inhibitor. |