Wetenschappelijke betekenis |  | Bij sommige erfelijke metabole aandoeningen kan fructose, galactose, lactose, maltose of L-xylulose in de urine gedetecteerd worden met de koperreductietest (Benedict test). Bij een positieve screeningstest en vermoeden van een erfelijke metabole aandoening, moet de suiker geïdentificeerd worden door bv. dunnelaagchromatografie.
Kleine hoeveelheiden van disacchariden komen ook onder normale omstandigheden voor in de urine tot ong. 50 mg per 24h doch dat wordt niet opgepikt door de Benedict test. Bij intestinale aandoeningen zoals ernstige spruw of acute enteritis, kan deze hoeveelheid toenemen tot 250 mg of meer.
Bij lactose intolerantie, zal door de hoge concentratie in de darm, lactose geabsorbeerd worden en vervolgens geëxcreteerd via de urine. Ook bij zwangere vrouwen en bij vrouwen die borstvoeding geven kan de test positief zijn door de aanwezigheid van lactose. |