Sluit

Glucose in bloed (glucometer)
Point of care testen
DocNrVersieStatusGewijzigd door
16DefinitiefEva Trossard
Aangemaakt opVerstuurd opGeldig vanGeldig totGearchiveerd
04/Nov/202204/Nov/202220/Jan/202320/Jan/2026

Gemeten eigenschapGlucose in bloed (glucometer)
Synoniem en aanverwantglycemie, bloedsuiker

Afnamemateriaal Bloedgasspuit (Li-heparine), Volbloed via vingerprik
Minimum benodigde hoeveelheid1 druppel
Interferentie
In gevallen van verminderde perifere doorbloeding kunnen de resultaten mogelijk niet overeenkomen met de echte fysiologische toestand. Voorbeelden zijn o.a. ernstige dehydratatie t.g.v. diabetische keto-acidose of hyperglycemie, hyperosmolaire niet-ketotische toestand, hypotensie, shock of perifere vaataandoeningen en ernstige congestieve hartinsufficiëntie.

Interferenties: het resultaat kan gestoord zijn bij patiënten met
- sterk verhoogde waarden van bilirubine (geelzucht)
- extreem hoge of lage hematocriet
- galactose > 15 mg/dl
- triglyceriden > 1800 mg/dL
- ascorbine > 3 mg/dL
- N-acetylcysteïne >5mg/dL. Niet gebruiken tijdens intraveneuze infusie met N-acetylcysteïne
AvonddienstJa
WeekenddienstJa
Dringende bepaling mogelijkJa
Frequentie van bepalingDagelijks
Dag van bepalingAlle dagen
Antwoordtijd
(Tijd tussen staalontvangst en volledig resultaat)
5 min.
Maximale tijd afname - analyseAnalyseer onmiddellijk bij capillair bloed, analyse op veneus/arterieel bloed binnen de 30 min.
InstructiesDe gebruikers raadplegen evt. de voorschriften om een bloeddruppel te verkrijgen en handelen overeenkomstig.
Ze nemen de infectiepreventieprocedures in acht.
NOTA: Meet vóór een maaltijd! Dagprofiel = meten vóór iedere hoofdmaaltijd en vóór het slapen gaan. Zevenpuntprofiel = meten vóór iedere hoofdmaaltijd, 1.5 uur na iedere hoofdmaaltijd en vóór het slapengaan.

CAPILLAIRE PRIK
Doe de capillaire prik met de 'contact activated lancet' (paars): draai het lipje af.
Of prik met de Accu-Chek softclix pen. Neem de pen vast met de blauwe stop naar beneden. Draai de pen met het bovenste gedeelte naar links, houd het onderste deel vast tot je een klik hoort. De pen is nu klaar voor gebruik. Stel de juiste prikdiepte in, liefst op '1'.

Vraag aan de patiënt welke vinger mag aangeprikt worden. Was zo mogelijk de handen met lauwwarm water (en zeep of een niet-alcoholische oplossing). Vermijd ontsmettingsmiddelen en alcohol. Droog de vingers goed af.
- zweetvocht verlaagt de glycemie door verdunning van de bloeddruppel
- suikerhoudende restanten verhogen de glycemie
- alcohol kan foutieve resultaten veroorzaken (tot 30%)

Plaats de lancet tegen de punctieplaats en druk stevig (klik).
Of zet de pen tegen de vinger en druk op de blauwe knop aan de zijkant van de pen.

Het bloed wordt gestuwd vanuit de handpalm naar de vingertop.
Prik niet in de top (bezenuwd) maar aan de zijkant.
Prik niet in duim of wijsvinger.
Wissel van prikplaats om eeltvorming te voorkomen.
Prik niet in een koude, witte vingertop.
Prik niet in een vinger die oedemateus is.
Prik niet in een vinger met een wonde.
Knijp niet op de vinger als er onvoldoende bloed is.
Veeg de eerste druppel bloed weg (zo mogelijk) omdat evt. wondvocht de glycemie in bloed verlaagt.
Analyseer onmiddellijk bij capillair bloed!

ARTERIEEL, VENEUS OF NEONATAAL
Aangeraden wordt om arteriële lijnen te spoelen alvorens bloed af te nemen.
Analyse op veneus/arterieel bloed binnen de 30 minuten uitvoeren!

Glycemiegehalte in arterieel bloed = glycemiegehalte in capillair bloed
Glycemiegehalte in arterieel bloed > glycemiegehalte in veneus bloed
Aanvraag formulierLabOnline